"Het terugbrengen van de administratieve lastendruk bij accreditaties in het hoger onderwijs is positief. De tijd die daardoor vrijkomt, vooral van docenten, kan effectief worden besteed aan het onderwijs. Ook de keuze om de opleidingsaccreditatie voorlopig als kern van het accreditatiestelsel te handhaven, heeft onze steun." Dat zegt Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen, in reactie op het voorstel van minister Bussemaker van Onderwijs om de wijze van accreditatie in het hoger onderwijs te vernieuwen. Hierover stuurde zij vandaag een brief naar de Tweede Kamer.
De Vereniging Hogescholen heeft de minister onlangs geadviseerd over het huidige accreditatiestelsel. Samengevat luidde het advies dat het huidige accreditatiestelsel in het hoger onderwijs krachtig is en de kwaliteit waarborgt van het Nederlands hoger onderwijs. De externe accreditatie door de NVAO garandeert de onafhankelijkheid van de validering waardoor de samenleving voldoende vertrouwen heeft in de kwaliteit van het onderwijs. Daarom vindt de Vereniging Hogescholen dat de accreditatie per opleiding voorlopig uitgangspunt moet blijven van het accreditatiesysteem.
Minder administratieve lasten
De minister staat in haar brief voor de kwaliteit van onderwijs en zegt dat deze te allen tijde gegarandeerd moet zijn. "Ook in een accreditatiestelsel waar de nadruk minder op verantwoording en administratieve lastendruk en meer op ruimte voor verdere verbetering van de kwaliteit komt te liggen", aldus de bewindsvrouw. De Vereniging Hogescholen is het eens met de minister dat de huidige verantwoordingsdruk met alle bijbehorende rompslomp te hoog is en onderschrijft de keuze van de minister om de administratieve lastendruk drastisch te verminderen.
Pilot instellingsaccreditatie
Een beperkte proef met instellingsaccreditatie, zoals de minister voorstelt, kan resultaten opleveren die kunnen bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het accreditatiestelsel op de langere termijn. Wel willen de hogescholen op korte termijn een overleg met de minister over de nadere organisatorische invulling van de pilot.