We laten onnodig kansen liggen voor het maximaal benutten van de mogelijkheden van de deeltijdse opleidingen van de hogescholen, zo sprak Thom de Graaf vandaag tijdens het NRC Live-congres over de Toekomst van Leren. “Het Leven Lang Leren is een gezamenlijke opdracht aan de publieke en de commerciële aanbieders.” De Graaf pleit ervoor dat het veel eenvoudiger moet worden om cursussen en kortere opleidingen te volgen die niet (direct) tot een erkend diploma leiden, ook als die door onze bekostigde hogescholen worden aangeboden.
De Graaf wil af van de suggestie dat bekostigde hogescholen de markt beschermen. De publieke taak van hogescholen is het beroepsgericht diploma-onderwijs. De vraag is echter of hogescholen het aandurven om verder te gaan? Dat kunnen we doen door het begrip beroepsonderwijs te herdefiniëren tot al het onderwijs om je weg te vinden naar de arbeidsmarkt en op koers te blijven. Het gaat dan over voltijd onderwijs, op-, bij- en nascholing, al dan niet in deeltijd.
Spelregels met betrekking tot de financiering mogen hier geen belemmering voor zijn, aldus de Graaf. Hij zou willen onderzoeken op welke wijze de huidige fictie losgelaten kan worden dat studenten zich inschrijven met het oogmerk een diploma te gaan halen. De volledige tekst van de Graafs pleidooi voor de rol van hogescholen in een Leven Lang Leren treft u hieronder aan.
Essay “Tijd voor een doorbraak”
Tijdens het congres werd het essay met als titel: “Hogescholen voor een lerend leven: tijd voor een doorbraak” gepresenteerd. Dit essay werd door voormalig directeur van de Vereniging Hogescholen, Ad de Graaf, op verzoek van de vereniging geschreven. In een steeds beweeglijker arbeidsmarkt wint een Leven Lang Leren aan belang en de bekostigde hogescholen hebben hierin veel te bieden. Volgens Ad de Graaf zullen de experimenten die in het studiejaar 2016-2017 van start gingen echter geen doorbraak opleveren. Hij vindt dat daarvoor meer nodig is. Zijn essay geeft een onderbouwd voorstel voor zo’n doorbraak.
Belangrijke vragen die binnen én buiten de wereld van de hogescholen leven zijn: hoe verhouden hogescholen zich tot private opleidingsactiviteiten? Zien zij daarvan af of zijn zij actief op de ‘markt’, vanzelfsprekend strikt gescheiden van hun publieke bekostigde taken? Dient het huidige bekostigingsmodel aangepast te worden en moet leeftijd daarbij nog een beperkte rol spelen? Valt de publieke taak van de hogeschool samen met de maatschappelijke opdracht?
Deze en andere vragen zullen voor de hogescholen, de overheid en de maatschappelijke partners, van een antwoord moeten worden voorzien. De hogescholen verdiepen het gesprek om op afzienbare termijn tot een gedragen visie te komen. Het essay van Ad de Graaf levert hieraan een wezenlijke bijdrage.
Zie ook: essays Vereniging Hogescholen