Thema naar overzicht

Lectoraten en onderzoekscultuur

Wat zijn lectoraten?
Lectoraten zijn onderzoeksgroepen van hogescholen die bestaan uit een of meerdere lectoren en een kenniskring met onderzoeksmedewerkers, zoals docent-onderzoekers, hbo-postdocs, promovendi, PD-kandidaten en ondersteunend onderzoekspersoneel. Een lectoraat is georganiseerd op een thema of toepassingsgebied, bijvoorbeeld zorginnovatie of toegepaste nanotechnologie. Een lectoraat houdt zich bezig met 1) het samen met de beroepspraktijk uitvoeren van praktijkgericht onderzoek om kennis te genereren, 2) het verbeteren en responsief houden van het onderwijs en 3) innoveren van de beroepspraktijk. Zo dragen lectoraten bij aan regionale kennisontwikkeling en valorisatie van praktijkgericht onderzoek en de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt.

Ontwikkeling
Lectoren zijn nu zo’n vijfentwintig jaar actief in het hbo en de lector is sinds 2017 wettelijk verankerd aan het hbo. Bij de start van praktijkgericht onderzoek is in eerste instantie vooral ingezet op het stimuleren van het aanstellen van lectoren. Dit zorgde in de beginjaren voor een grote toename in het aantal lectoren. Maar juist om een lector effectief te kunnen laten zijn en de meerwaarde van praktijkgericht onderzoek te kunnen verwezenlijken, is inbedding in duurzame en effectieve onderzoeksgroepen van cruciaal belang. Naast het hebben van voldoende capaciteit, is het zoeken van verbinding een wezenlijk kenmerk van een kwalitatief goed lectoraat. Verbinding met het onderwijs, het werkveld en/of de samenleving, bijvoorbeeld in een fieldlab of Centre of Expertise; verbinding met regionale en nationale kennisagenda’s. Maar ook verbinding met andere lectoren en lectoraten op hetzelfde thema of elkaar aanvullende thema’s, zoals ICT of energie, is een krachtig middel om capaciteit te bundelen en de kwaliteit van de lectoraten te borgen en te verhogen.

Verstevigen onderzoekscultuur
Regieorgaan SIA ondersteunt deze ontwikkeling met o.a. de lectorenplatforms en de SPRONG-regeling. Een lectorenplatform is georganiseerd rondom een thema dat aansluit bij de kennis- en innovatieagenda’s en grote maatschappelijke vraagstukken. Lectoren bundelen hier krachten, delen kennis en werken samen. Er zijn inmiddels ca. veertig lectorenplatforms: van applied sciences tot ICT-onderzoek en van circulaire economie tot veiligheid. Met behulp van de SPRONG-regeling krijgen onderzoeksgroepen met potentie de gelegenheid om in 8 jaar tijd uit te groeien tot krachtige onderzoeksgroepen. Hierbij wordt samenwerking tussen hogescholen gestimuleerd. Maar uiteindelijk is een toereikende eerste geldstroom voor het onderzoek een belangrijke randvoorwaarde om bovengenoemde visie te realiseren en om een optimale verbinding tussen onderzoek en onderwijs te borgen.

Daarnaast wordt er binnen hogescholen voortdurend gekeken hoe praktijkgericht onderzoek het beste kan worden georganiseerd, zodat bovengenoemde doelstellingen kunnen worden gerealiseerd. Zo kan er gekozen worden voor centrale dan wel decentrale organisatie van het onderzoek of kan er besloten worden om een apart functiehuis in te richten voor praktijkgericht onderzoek. Met de verdere toename van het praktijkgericht onderzoek binnen hogescholen en de start van de professional doctorate in het hbo, wordt het ontwikkelen van carrièrepaden voor praktijkgericht onderzoek binnen én tussen hogescholen steeds belangrijker.

Tenslotte investeren hogescholen in het op orde hebben van de randvoorwaarden voor praktijkgericht onderzoek, zoals ontwikkelingen op het terrein van open science, wetenschappelijke integriteit (zie hierna) en de infrastructuur om personeel verder te professionaliseren, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van trainingsaanbod.

Wetenschappelijke integriteit
De Vereniging Hogescholen is samen met de KNAW, NFU, NWO, UNL en TO2-federatie medeopsteller van de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit (NGWI). Deze code bevat principes voor wetenschappelijke integriteit, duidelijke normen die onderzoekers van zowel fundamenteel, toegepast als praktijkgericht onderzoek kunnen toepassen in hun dagelijkse praktijk. Ook zijn er in deze gedragscode zorgplichten voor instellingen opgenomen, zoals het ontwikkelen van een gezamenlijke klachtenprocedure. Onder andere hiertoe is de Vereniging Hogescholen lid van het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit, dat beoordeelt of de klachtenprocedure van de hogeschool zorgvuldig is verlopen. Eventuele gegrond-verklaarde klachten met betrekking tot wetenschappelijke integriteit worden gepubliceerd op de website van de VH. In het Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek – belangrijk in de kwaliteitszorg van het praktijkgericht onderzoek – wordt ook verwezen naar de NGWI en haar principes, normen en zorgplichten.

De Vereniging Hogescholen draagt financieel en inhoudelijk ook bij aan het Netherlands Research Integrity Network (NRIN), met als doel het stimuleren van verantwoorde wetenschap in Nederland. NRIN stimuleert communities of peer support door bijeenkomsten te organiseren voor leden van commissies wetenschappelijke integriteit, vertrouwenspersonen, beleidsmakers en docenten en trainers, waar men ervaringen, maar ook lastige casussen met elkaar in vertrouwen kan delen.

Contactpersoon