In 2011 kende de cao nog een groot aantal gedetailleerde regelingen over scholing en ontwikkeling. In 2012 vonden sociale partners de tijd rijp om alle afzonderlijke regelingen te vervangen door één kaderregeling voor professionalisering. Deze regeling komt in hoofdzaak neer op:
- een jaarlijks budget op hogeschoolniveau van minstens 6% voor professionalisering
- een vrijstelling in uren voor het bijhouden van de vakbekwaamheid
- een facilitering in tijd en geld voor het volgen van opleidingen
- ruimte voor lokaal beleid over professionalisering en
- het mogelijk maken van maatwerkafspraken waarbij de medewerker verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen professionele ontwikkeling.
Deze vijf onderdelen geven medewerker en leidinggevende de ruimte om individuele en daarmee goed afgestemde oplossingen met elkaar af te spreken. ledere onderwijsgevende en onderwijsondersteunende medewerker met een aanstelling vanaf 0,4 fte heeft jaarlijks een basisrecht van ten minste 40 uren om zijn bekwaamheid bij te houden. Om ervoor te zorgen dat binnen de instelling voor iedereen duidelijk is hoe met professionalisering wordt omgegaan heeft elke hogeschool voor zichzelf een professionaliseringsplan opgesteld.
De medewerker bepaalt in overwegende mate zelf hoe hij het basisrecht in tijd voor zijn professionalisering inzet. De medewerker legt achteraf verantwoording af over de aanwending van tijd, geld en de fasering; dit vormt een onderdeel van de gebruikelijke gesprekscyclus. Op deze wijze maakt de medewerker inzichtelijk hoe tijd en middelen hebben bijgedragen aan zijn professionalisering.
Toekomst
Net als nu omvat professionalisering in de toekomst allereerst het op peil houden van vakkennis en het leren omgaan met vernieuwende producten en diensten (denk aan ‘blended learning’). Daarnaast omvat professionalisering ook ontwikkeling in meer algemene zin. Zo zal het belang om als hogeschool in verbinding te staan met de omgeving de komende jaren toenemen. De rol van de docent is daarbij cruciaal; het is immers de professional die netwerken onderhoudt en naar binnen kan brengen. Voor de hogeschool is van belang dat professionalisering bijdraagt aan de onderwijs- en onderzoekstaken van de instelling. Maar bij de volwassen arbeidsrelatie die hogescholen nastreven hoort dat naast het organisatiebelang in gelijke mate recht wordt gedaan aan het belang van de werknemer. Vanuit dat perspectief zullen hogescholen hun medewerkers de faciliteiten (blijven) bieden om hun eigen kennis en vaardigheden te versterken.