“Mooie plannen voor een toekomstbestendig hoger onderwijs, we gaan graag met de minister in gesprek over deze thema’s voor het hbo”, zo reageert Maurice Limmen, voorzitter Vereniging Hogescholen op de Strategische agenda hoger onderwijs ‘Houdbaar voor de toekomst’ die minister Van Engelshoven (OCW) vandaag heeft gepresenteerd. Voor hogescholen is de aansluiting van het onderwijs op de veranderende arbeidsmarkt topprioriteit. We zien diezelfde focus nu ook terug in de ambities van het ministerie van OCW. De maatschappelijke vraagstukken die op ons afkomen vragen om hoogopgeleide professionals die niet alleen nodig zijn om urgente arbeidsmarkttekorten op te lossen, maar ook om met oplossingen te komen voor problemen op de lange termijn zoals vergrijzing, klimaatverandering en de energietransitie. Limmen: “De minister benadrukt in haar strategische agenda de meerwaarde van het praktijkgerichte onderzoek in het hbo voor de innovatieagenda van Nederland. Dat is zeer terecht. Maar ruimere financiering zal essentieel zijn voor de verwezenlijking van deze en andere lovenswaardige ambities van de minister voor wat betreft het hoger beroepsonderwijs.”
Ruimere financiering noodzakelijk
De minister bevestigt nog eens de toegevoegde waarde van praktijkgericht onderzoek in het hbo: “Hogescholen zijn bij uitstek in staat om met hun praktijkgericht onderzoek het onderwijs, onderzoek en de (regionale) beroepspraktijk met elkaar te verbinden om gezamenlijk tot innovaties te komen.” Dat zijn mooie woorden, maar hogescholen hebben een ruimere financiering nodig voor het onderzoek dat ze doen. Limmen: “Er is een structurele investering van minstens 100 miljoen euro nodig om de rol van innovatiepartner in de regionale arbeidsmarkt uit te bouwen.” Een wezenlijke stap die de minister in deze strategische agenda zet is het mogelijk maken om in het hbo de hoogste graad in het onderwijs, bijvoorbeeld in de vorm van een professional doctorate, te behalen. Hier is ook overeenstemming over bereikt tussen de VH en de VSNU. Op uitnodiging van de minister zullen de hogescholen hiervoor plannen maken. Ook de door de minister aangekondigde uitbreiding van het aantal masteropleidingen hoort bij de ontwikkeling om de aansluiting met de arbeidsmarkt optimaal te houden én om het hbo aantrekkelijker te maken voor vwo’ers.
Leven Lang Ontwikkelen krijgt impuls
Om op de lange termijn een goede aansluiting met de arbeidsmarkt te houden is bij- en omscholing meer dan ooit noodzakelijk. Hogescholen werken daarom aan een doorbraak op Leven Lang Ontwikkelen. We zijn dan ook positief over de keuze van de minister om de experimenten leeruitkomsten verder uit te breiden en daarmee de flexibilisering van het hbo een extra impuls te geven. Die flexibilisering kan wat betreft de VH nog verder vorm krijgen door het mogelijk te maken om modules te bekostigen. Limmen: “Als we vinden dat er voor Leven Lang Ontwikkelen een publieke verantwoordelijkheid bestaat, dan moet het debat op gang komen over een reëel niveau van publieke financiering.”
Intensievere sectorale verkenningen
De relevantie en doelmatigheid van opleidingen is voor de minister terecht een aandachtspunt. Zij zegt daarover: “De veranderlijkheid van de arbeidsmarkt, maatschappij en wetenschap, vraagt van instellingen dat zij op reguliere basis gezamenlijk en in dialoog met maatschappelijke partners kritisch blijven kijken hoe hun opleidingsaanbod inspeelt op veranderingen in de benodigde kennis en vaardigheden en de balans op de arbeidsmarkt.” De VH heeft al eerder aangekondigd te starten met een nieuwe reeks intensievere sectorale verkenningen voor een toekomstbestendig opleidingsaanbod. Dat doen we nadrukkelijk in samenwerking met het beroepenveld en andere stakeholders.