Tijdens de werkconferentie over het in 2020 ondertekende Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen, vandaag in Utrecht, hebben de Vereniging Hogescholen (VH), de Universiteiten van Nederland (UNL) samen met minister Dijkgraaf en vertegenwoordigers van het onderwijswerkveld de balans opgemaakt van twee jaar werk.
Het lerarentekort maakt het nodig om meer mensen enthousiast te maken voor een baan in het onderwijs, ook voor mensen die al een baan hebben in een ander beroep. Dat kan door de opleidingen te flexibiliseren. “Maar dat is wel veel meer dan het aanbieden van individuele leerroute voor studenten”, zei Jan Bogerd, portefeuillehouder van dit onderwerp én de vicevoorzitter van de Vereniging Hogescholen.
Hij schetst dat hogescholen en universiteiten momenteel beschikken over 384 opleidingsroutes voor mensen die voor de klas willen. Met name zij-instroom is daardoor weliswaar succesvol, maar afhankelijk van telkens tijdelijke subsidies. “Dat maakt het kwetsbaar”. Bogerd pleitte daarom voor de structurele bekostiging en inrichting van één onderwijsruimte waarbinnen toekomstige leraren en docenten zonder obstakels hun weg vinden naar hun plek voor de klas.
“Vergelijk het met autorijden. Je legt geen eigen rijbaan aan voor iedere individuele bestuurder. Want misschien moet je helemaal terug als je van richting wil veranderen. We hebben en brede weg nodig met rijbanen waarop je kunt weven en ritsen. In onderwijstermen is dat één onderwijsruimte, het liefst van niveau 4, de instructeur tot en met het professional doctorate niveau 8, waarbij je zonder obstakels kunt leren, overstappen en doorleren. Dát noem ik flexibiliteit”.
Op de conferentie in Utrecht was er verder aandacht en waardering voor de regionale samenwerkingsverbanden van opleiders, onderzoekers en bestuurders van hogescholen en universiteiten enerzijds en de docenten, schoolleiders en bestuurders van primair-, voorgezet onderwijs en mbo-scholen. Voor de motivatie en kwalitatieve ontwikkeling van nieuwe docenten is intensieve (praktijk)begeleiding en professionalisering cruciaal.
Minister Dijkgraaf: “Ik ben blij dat het Bestuursakkoord flexibilisering lerarenopleidingen uit 2020 bijdraagt aan meerdere opleidingsroutes voor leraren en het verbeteren van de kwaliteit. Het akkoord zorgt ook voor meer ontwikkelmogelijkheden en meer werkplezier voor het werken in het onderwijs. Dat belooft veel voor de toekomst”.
Ook de minister ziet echter dat er nog veel meer stappen moeten worden gezet om te zorgen dat iedereen die leraar wil en kan worden een passend opleidingstraject krijgt. “Gelukkig hebben wij een superkracht. Dat is deze samenwerking tussen hogescholen, universiteiten en de scholen in de regio van het mbo, voortgezet en primair onderwijs. Daarmee investeren we in de volgende generaties. Dat maakt het onderwijs zo mooi.”