De Vereniging Hogescholen reageert op de onderwijsbegroting en Prinsjesdagplannen van het demissionaire kabinet. “Goed dat de koning sprak over kansengelijkheid. Hogescholen zijn bij uitstek de springplank voor eerstegeneratiestudenten. Het is essentieel dat masteronderwijs aan hogescholen verder tot bloei kan komen. Zo kunnen wij nog meer betekenen voor de arbeidsmarkt en voor onze studenten”, zegt Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen. Hogescholen leiden bijna 480.000 studenten op. Er is een enorme vraag naar mensen met een hbo-opleiding: in 2022 vond maar liefst 87% van de afgestudeerden onmiddellijk na hun studie werk dat aansluit bij hun opleiding, zonder een periode van zoeken na het diploma. Bij de associate degree, een hbo-opleiding van 2 jaar, is dat zelfs 90%.
Meer masteropleidingen
De VH pleit voor meer masteropleidingen in het hbo. Limmen: “Het is belangrijk dat scholieren bij het kiezen van een vervolgstudie weten dat je op het hbo kunt doorstromen naar een master. Zo krijgen ze meer interessante perspectieven aangeboden en kunnen ze zich verder verdiepen in een beroep. Tegelijk maakt dit het hbo een meer logische route voor jongeren die graag een beroepsopleiding doen, maar ook een master willen halen. Alle jongeren krijgen zo betere opties om een opleiding te kiezen die echt bij past hun talenten.”
Om- en bijscholing
Nu STAP wordt stopgezet, moet gezocht worden naar nieuwe financiële ondersteuning van om- en bijscholing, ook wel Leven Lang Ontwikkelen (LLO) genoemd. Het is van belang dat volwassenen werkfit kunnen worden en blijven, daarvoor is een goed opleidingsaanbod nodig. De Vereniging Hogescholen pleit ervoor dat LLO-onderwijs een wettelijke taak wordt van publiek gefinancierde onderwijsinstellingen. Die voldoen al aan kwaliteitseisen en bieden opleidingen die relevant zijn voor de werkpraktijk. Verder moeten mensen goede toegang hebben tot dat onderwijs; het moet betaalbaar zijn, en ze moeten dit deels onder werktijd mogen doen.
Hogescholen zijn bij uitstek toegerust voor het verzorgen van om- en bijscholing van kwaliteit. Want het hbo heeft veel uitwisseling met het werkveld, via stages en praktijkgericht onderzoek. Van dat onderzoek profiteren bedrijven en maatschappelijke organisaties; het levert innovaties op in het bedrijfsleven en ook in bijvoorbeeld de zorg. Door dat nauwe contact leiden ze studenten op die al wegwijs zijn in de nieuwste ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Er moet dus snel een opvolger van STAP komen, voor gedegen opleidingen, zoals de opleidingen die door OCW worden erkend.
Praktijkgericht onderzoek uitbreiden
In de Troonrede geeft het kabinet aan zowel praktijkgericht als wetenschappelijk onderzoek aan hogescholen en universiteiten te zullen stimuleren. De VH vindt deze steun van het kabinet voor praktijkgericht onderzoek belangrijk. Praktijkgericht onderzoek levert snel resultaten op, die goed toegepast kunnen worden. Dat komt voort uit de nauwe samenwerking tussen hogescholen en werkveld. Zo vernieuwen hogescholen hun onderwijs en bieden ze oplossingen voor bedrijven en maatschappelijke organisaties. Dat nauwe contact levert ook voordelen op voor het onderwijs: hogescholen zien de recentste ontwikkelingen in het beroepsveld meteen, en kunnen die kennis opnemen in het onderwijs aan hun studenten.
Regio en bereikbaar onderwijs
Kleine opleidingen die belangrijk zijn voor de maatschappij, moeten in stand gehouden worden. Denk aan opleidingen tot leraar Duits of wiskunde, of aan opleidingen die belangrijk zijn in een bepaalde regio. Hogescholen zorgen er ook voor dat er professioneel talent beschikbaar is in iedere regio. Daarvan profiteren werkgevers. Omgekeerd: met hogescholen in alle regio’s kunnen studenten op redelijke reisafstand een vak leren, zonder per se te hoeven verhuizen. De aanwezigheid van een hogeschool stut ook de vitaliteit, infrastructuur en economie in die regio’s. De VH heeft in haar verkiezingsmanifest gevraagd om extra financiering voor deze vitale rol in de regio.