De kwaliteit van de hbo-lerarenopleidingen is de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen. De inzet van de hogescholen loont, dat blijkt onder andere uit rapporten van de Inspectie van het Onderwijs en de NVAO uit 2016. Bij de lerarenopleidingen is de aandacht voor vakkennis versterkt, het aantal opleidingsscholen is uitgebreid waarmee de samenwerking met het werkveld een extra impuls heeft gekregen, en binnen de tweedegraads lerarenopleidingen is er meer aandacht voor het beroepsonderwijs.
De speerpunten waar de lerarenopleidingen nu op inzetten zijn: de instroom naar de pabo weer zoveel mogelijk terugbrengen naar het oude niveau om tegemoet te komen aan de tekorten in het PO, meer diversiteit in de studentenpopulatie en daarmee de toekomstige leraren, en de aandacht voor het opleiden voor het beroepsonderwijs verder versterken.
Om deze opdrachten te realiseren hopen de hogescholen van de overheid:
- Doorzetten beleid en gezamenlijk vasthouden aan de stevige kwaliteitseisen, en deze niet los te laten onder druk van voorspelde lerarentekorten;
- Ruimte om te experimenteren met alternatieve trajecten om de instroom naar de pabo te vergroten;
- Steun voor uitbreiding van het aantal opleidingsscholen om zoveel mogelijk studenten in een samenwerkingsverband op te kunnen leiden.
Vandaag spreken Kamerleden met de minister en staatssecretaris van het ministerie van OCW over de leraren, onderwijsarbeidsmarkt, lerarenopleidingen en de initiatiefnota van het Tweede Kamerlid Bruins ‘Kerels voor de klas, onderwijsmaatregelen die goed zijn voor jongens én meisjes’. De hogescholen hebben bijgaande position paper naar de Tweede Kamerleden gestuurd om bovenstaande punten in het debat onder de aandacht te brengen.